|
|
Homepage
Huib Suurmond – samenbrengen in plaats van onderscheiden
Huib Suurmond (Haarlem 1954) houdt zich bezig met kunst,
fotografie en vormgeving. Hij volgde zijn opleiding tot beeldend
kunstenaar/vormgever aan de kunstacademie Artibus, Utrecht en de Gerrit
Rietveld academie in Amsterdam.
Huib heeft altijd een ‘combinatie- en collage-instelling’ gehad.
Wat wil zeggen dat hij verschillen wil combineren en tot elkaar
brengen. Dat doet hij eveneens in zijn vrije- en toegepaste werk,
werkend met foto’s, schilderen en tekenen, met realiteit en abstractie.
Zeker de laatste tijd werkt hij veel met foto’s. Deze worden al dan
niet in meer of mindere mate bewerkt.
Een karakterkenmerk van hem is het steeds willen verbinden. Dat is
ook in dit werk terug te vinden. Dualiteiten vragen om wederzijdse
(h)erkenning. Overigens kunnen ze ook niet zonder elkaar bestaan. Niets
bestaat zonder zijn tegenstelling.
Deze kunstenaar ziet in de realiteit abstractie, structuren,
bijvoorbeeld. En andersom. Zo zijn werkelijkheid en abstractie
verbonden. Het abstractere is zo ook te zien als het grotere, meer
omspannende. het grote(re) geheel. Wat tegenover het bijzondere staat.
Zoals het leven – een dier, plant – een specifieke soort: de
verbijzondering van het algemene, hetgeen leeft. Zo gezien is
abstraheren voor hem veralgemeniseren, het groter, algemener maken. Een
aansprekend voorbeeld is een anekdote (specifiek voor een bepaalde
situatie) tegenover een literair verhaal. En laatste kan voor velen
betekenis hebben, anders dan de anekdote. Daarbij is het zo, dat net
als in de natuur, op de grensgebieden de meest interessante dingen
plaats vinden. in de natuur het moeras als overgang tussen land en
water, of brakwatermilieu als overgang van zee- en zoetwater.
Huib ziet in zijn behoefte tot verbinden ook zijn natuurwaardering.
In park en tuin. Het grens- of overgangsgebied tussen natuur en
cultuur. Samenbrengen, combineren, in plaats van onderscheiden. Ook wat
betreft vrije en toegepaste vormgeving.
Huib: ‘Mijn belangstelling betreft vooral kunst, filosofie en
religie. Uiteindelijk wijzen zij allen dezelfde kant uit. Als
optellende kleurmenging, zoals met licht, wordt in hun overlapping het
licht wit. Uiteindelijk weten wij niet, mooi weergegeven in dit wit.
Wij vertellen verhalen, waarin een (zekere) logica aanwezig is. En dat
nemen wij dan voor waar aan.
Samenvattend, ik zoek de harmonie van de contrasten. Zowel in mijn
leven en werk. Bijna als een geloofsregel. Zoals iedereen zijn of haar
noodzakelijke illusies heeft, om te kunnen (over)leven. mogelijk omdat
mijn onzekerheid niet met disharmonie, met de confronterende
tegenstelling, om kan gaan. Dat mij onderuit schoffelt. Zo is de eigen
psychologie, de individuele identiteit datgene, wat het denken en doen
bepaalt.
Ik heb een bepaalde mate van ervaring met het boeddhisme zoals
ook met andere spirituele stromingen. In ieder geval zo, dat ik altijd
op zoek ben naar diverse boeiende uitdrukkingsvormen van wat ons in
essentie beroert. En hoe wij met onszelf op een zo fatsoenlijk
mogelijke wijze omgaan. Ten aanzien van onszelf en de ander, wat dan
overigens gelijk op gaat. Met meditatie heb ik wel enige ervaring. Het
bijzondere gevoel van het stilstaan, stil worden, en dan wel, of juist,
enige vaste grond onder mijn voeten te voelen. Zoals ik ook in een van
de door mij gemaakte beelden tot uitdrukking heb proberen te brengen.
Net als – dan – op de grens van 2 werelden te staan.
Wat mij daarbij vooral bezighoudt, is, hoe een tegenwicht tegen
oppervlakkig ontluisterend materialisme en gevoel van zinloosheid te
bieden. Met andere woorden ontdekken wat wel en écht de moeite waard
is.
Het is voor mij bijzonder dat deze tekst geplaatst wordt op 2e
Pinksterdag. Pinksteren, in de christelijke zienswijze de inblazing van
de Heilige Geest. Het is het feest van de kunstenaars, heb ik wel eens
gezegd. En heilig betekent eigenlijk heel, geheeld. Waar zo dan weer
een mooie aansluiting met het boeddhisme ligt naar mijn idee. Het gaat
dan, althans zo gezien, over hetzelfde. De inspiratie, het geïnspireerd
worden door het meer dan. En zo moet er dus eigenlijk in iedere dag
een pinkstermoment zijn. In mijn dag in ieder geval, om de dag als
waardevol te ervaren. Om iets goeds te maken, te doen. een mij
ontwapenend moment van er zijn.
Nou, dit naast het ongrijpbare van de werkelijkheid, de noodzaak om
daarin en daarmee mee te bewegen, dat wil ik tot uitdrukking brengen.
Mijn ervaren daarin. Ervaren van structuur en mij daarvan losgeslagen
voelen. Het leven als een mate van chaotisch in het proberen te
aanvaarden en zo structuur te voelen, zoiets.
Een doorslaggevend uitgangspunt van mij is een van jongst af aan
ingeworteld idee van eenheid. Ik kan mij zo ook voorstellen, dat ik
vroeger een heel mystiek jongetje geweest ben. Voor mij kan er dus
niets bestaan buiten (de) eenheid, anders is het geen eenheid. Een
externe godheid is voor mij dus een onmogelijkheid. Verder noem ik mij
tegenwoordig wel humanistisch religieus, religieus in de zin van her
(re) verbindend (ligieus). In die zin zie ik een duidelijke link met
het boeddhisme, waar dat ook over te zeggen valt, naar mijn idee,
tenminste. En daarbij het oplossen van innerlijke blokkades. Zo
(ver)werk ik mijzelf en bevorder denk ik tevens mijn ontwikkelen, door
mijn werk.
Voor mij is ook belangrijk geweest, een aantal jaren, die ik
betrokken was bij School voor Filosofie. Omgaan met praktische
filosofie, dat zich door diverse religieuze inspiratiebronnen laat
inspireren.
En ten slotte, ik geloof dat het Beckett, de toneelschrijver, was,
die zei: ‘Een mens kan alleen maar steeds beter mislukken’, wat ik een
heel realistische uitspraak vind. Van het Reve kwam met dat hij jaloers
is , op de schrijver van het spoorboekje: ‘die is op een gegeven
moment klaar’, de kunstenaar zoekt altijd verder, naar meer, naar
anders. De kortgeleden overleden dichter Rutger Kopland schreef: ‘Wie
gevonden heeft, heeft niet goed gezocht’. Zie daar het perspectief,
waarin al wat wezenlijk is, plaatsvindt. Kunst als een mooie metafoor,
beeldspraak, voor hoe te leven. Levenskunst!’
Een gedicht uit de bundel van 2018:
eigenlijk kan ik
niks, het enige is wat
laten gebeuren
Uit: Het Boeddhistisch Dagblad, 21 mei 2018
Door de redactie
|
|